 |
motivatie
- Ik vind niet dat ik met mijn rondrijdende diesel- of benzinewagen
de atmosfeer van een andere stad zomaar mag vervuilen. Tenslotte ben
ik als toerist wel te gast in die stad. Dus mogen de mensen daar
mij vragen mijn wagen aan de ring te laten staan.
- Als het goed weer is, rijd ik de stad binnen met mijn plooifietske,
dat ik in de koffer van mijn wagen mee heb. Het is er rustig fietsen
want er rijden geen andere wagens rond dan die van de bewoners zelf,
en die kennen de wegen en de gevaarlijke kruispunten.
- Als
het geen fietsweer is, neem ik het gratis vervoer. Dat laadt
mij en anderen op aan overdekte haltes langs de stadsring, die uitgebreid
als gratis parkeermogelijkheid fungeert. Ik weet zeker dat ik altijd
gratis binnen de ring kan overstappen, en op mijn bestemming wordt gebracht
binnen één straatlengte, de afstand tussen twee kruispunten.
Ik mag zelfs mijn plooifiets op de bus meenemen.
- Het idee komt van Keulen. Wie naar de Kölner Messe gaat,
mag zijn wagen gratis parkeren op een van de vijf grote parkings buiten
het centrum, en wordt gratis naar de beurs gebracht met bussen die om
het half uur, soms om de tien minuten voorrijden. Je moet alleen je
parkingnummer onthouden.
- Het is ook leuk voor de inwoners dat zij overal mogen rijden en parkeren,
nergens worden ze beboet. Dat mag ik in mijn stad ook. Géén
"ambeteer-overheid" dus in je eigen stad !
- Als ik terug wil, zie ik aan de elektronische opstapplaatsen
hoe lang het nog duurt eer de eerstvolgende bus langs komt. Of ik druk
op de knop, er er komt een bus (...)
- In de kalme uren rijden we dan eerst naar verzamel-opstappunten,
en vandaar naar verschillende afstapplaatsen langs de ring. Ik kom dus
altijd weer bij mijn wagen, en geraak altijd weer thuis. In mijn eigen
stad kan ik immers zonder problemen mijn eigen garage binnen rijden.
- En
als ik toch per sé in een andere stad met mijn wagen binnen wil,
dan betaal ik er voor. Er zal dan wel een goede reden voor moeten zijn,
want rijden in een vreemde stad is duur. Net zo duur als parkeren in
Antwerpen: 5 euro per uur. Dag en nacht.
- Ik zie bestelwagens rijden die allemaal in de stad zijn gedomicileerd:
aannemers en loodgieters (en timmermannen, klusjesmannen, elekticiens,
ceremoniewagens, vervoerders, melkboeren, groentewagens, de winkel aan
huis, dokters, kinesisten, zelfstandige verpleegsters, ...) en vele
andere professionelen die in de stad wonen hebben er een vaste werkgelegenheid
en een vast afzetgebied, dus werkzekerheid. Zij kennen de stad. Zij
wonen er.
- Sommige inwoners werken op bedrijven buiten de stad: 's morgens geen
files meer in de grootsteden (herwaardering van het in-de-stad-wonen-comfort!),
iedereen rijdt met zijn eigen wagen naar zijn werk. Wie op de buiten
woont, en toch in de stad werkt, rijdt tot aan de gratis parkeerplaatsen
en komt met het openbaar vervoer of met een busje van de werkgever (dat
binnen de stad is gedomicileerd) op zijn werk. Geen files meer van binnenrijdende
voertuigen 's morgens, en 's avonds geen files meer in het buitenrijden.
- Om te winkelen moet je in de stad zijn. Een zaak voor huishoudapparatuur
brengt de door jou aangekochte microgolfoven, die nét iets te
zwaar is om op de bus mee te nemen, of je nieuwe TV, gratis thuis als
je in de stad woont, of tot bij je wagen op de parking. En je mag zelfs
meerijden tot daar...
- Schoolbusjes zijn voorbehouden voor leerlingen (kleuters mogen
er mét hun mama of begeleider op natuurlijk): geen opstopping
meer aan de poorten van de school, een viertal afspraakplaatsen voor
de ouders die hun kinderen oppikken aan de rand van de stad, waar het
busje stopt. Waar ruimte daarvoor is voorzien.
- Kinderen met fiets fietsen overal veilig: de hele stad
is nu residentie geworden, met weinig auto-verkeer (en méér
zuivere lucht dus), waar plaats én voorrang is voor de fietsende
jeugd.
|