loonkosten (2): voorbeelden
   

naar paginabegin

op deze
pagina:

personeel,
kapitaal en
investeringen

loonlasten
professionals
starters

personeelskosten, kapitaal en investeringen
Werkvoorwaarden en werkomstandigheden in een proportionele democratie

Wanneer een klant beroep doet op zijn professionele hulp, verwacht die persoon voor zijn geleverde diensten een betaling in geld. De klant, die de eindgebruiker van de geleverde diensten is, betaalt ook de BTW op het aangerekende factuurbedrag.

bvb: je laat een timmerman komen omdat je voordeur klemt: de timmerman zal dat herstellen

bvb: je gaat naar de dokter, die ziet wat er mis is, en schrijft je een aangepast medidijn voor

bvb: als je op restaurant gaat dineren, betaal je voor de genuttigde spijzen, maar ook voor het werk van de mensen die die gerechten hebben bereid en opgediend, en voor de gezellige accomodatie

Op al deze bedragen moet BTW worden betaald: jij bent de énige verbruiker van de geleverde goederen en diensten.

Ook als je iemand meeneemt uit eten, en je betaalt voor hem (of haar), moet je BTW betalen. Al is strikt genomen een ander de eindverbruiker, toch ben jij BTW verschuldigd. Je mag dus ook iemand anders' rekening betalen, maar deze in-de-plaatsstelling ontslaat de eindverbruiker niet van de plicht om BTW te betalen.

naar paginabegin wie nog meer betaalt BTW?

bvb: een werknemer bedient de extrusiemachine in een plastiekbedrijf waar voorgevormde verpakkingsmaterialen worden gemaakt. De werkgever, in dit geval het plastiekbedrijf, is de eindgebruiker van de geleverde diensten en werkuren en handenarbeid geleverd door zijn werknemer.

bvb: In een montagehal worden wagens geassembleerd. De arbeider die daar montagewerk verricht voor het autoproducerend bedrijf, werkt in dienst van dat bedrijf: dat bedrijf bepaalt precies wat van hem wordt verwacht, wat hij moet doen, wanneer hij moet werken, regelt een tijdelijke stempelperiode als er niet voldoende werk is, bepaalt de uren waarop moet gewerkt worden, en plukt de vruchten van de arbeid van de ondergeschikte. Het automontagebedrijf is de eindgebruiker van zijn diensten.

bvb: een gepensioneerd zeevaarder bouwt als hobby miniatuurboten, en heeft zich daarvoor een boormachine en andere houtbewerkingsmaterialen aangeschaft. Hij is de eindgebruiker van die materialen, en daarop zal hij BTW betalen.

Op een gegeven ogenblik vraagt zijn hospita hem om eens naar de lichtschakelaar in haar keuken te kijken, want die is stuk. Met zijn knutselmateriaal vijst de kranige zeeman de schakelaar open, ziet dat er een draad loszit, en repareert de onderbreking. Hij is de eindgebruiker van zijn schroevendraaier, niet de hospita. Maar die schroevendraaier had hij al lang geleden aangekocht, en de man denkt er niet aan om een extra vergoeding aan haar aan te rekenen omdat hij zijn schroevendraaier heeft moeten gebruiken.

naar paginabegin professionals ook ...

bvb: Een kinesist gebruikt een elektrisch massagetoestel om zijn klanten een elektrostatische behandeling te geven: niet de klant, maar de kinesist is de eindgebruiker van dat toestel. Hij heeft immers bepaald welk toestel er destijds moest worden aangekocht (er zijn er tientallen op de markt), niet de klant besliste daarover.

bvb: Een zelfstandig architect tekent een plan voor zijn opdrachtgever: Hij kan dat manueel op zijn tekentafel doen, zoals vroeger alle architecten deden, of met de computer. Niet de klant zegt hem hoe hij dat moet doen, maar met de computer en geschikte software en een goede printer of plotter gaat dat veel sneller dan zelf tekenen. Niet de klant gebruikt de computer, de architect doet dat. Die heeft bepaald welke computer hij aankocht, en welke software, en welk ander materiaal om zijn opdracht zo efficient mogelijk uit tevoeren.

De ijsroomfabrikant, die gebruik maakt van plastic dozen die gemaakt werden in het plastiekbedrijf in het voorbeeld hierboven, is de eindverbruiker van die verpakkingsmaterialen die moeten dienen om ijsroom in te verkopen, niet de klant die de ijsroom koopt. Immers niet de klant heeft beslist welke dozen en in welke vorm ze moesten gemaakt worden, neen, dat deed de ijsroomfabrikant, en dat is nog een stap verder weg dan de ijsroomverkoper, het grootwarenhuis bvb waar de ijsjes uiteindelijk zullen verkocht worden.

bvb: Om als timmerman aan de slag te kunnen gaan, koopt een ondernemer materialen aan: hamer, zaag, boormachines, houtbewerkingsmachines, enzoverder, en al wat hem bij de uitoefening van zijn beroepswerkzaamheden dienstig lijkt. Hij is de eindgebruiker van deze materialen. Niet de klant waarvoor hij werkt, en ook niet de overheid.

Deze machines werden niet aangekocht door de overheid, noch geheel, noch gedeeltelijk: de overheid heeft trouwens niet de middelen om voor iedereen materiaal ter beschikking te stellen.

Wat werd aangekocht is volledig bepaald door de timmerman zelf, en ook volledig betaald door hem. Daarmee moet hij aan de slag, diensten leveren voor potentiele klanten, en zijn omzet halen uit de verkoop en de levering van de door hem met zijn materiaal gemaakte goederen en diensten.

Het zou gemakkelijk zijn, én een grote discriminatie tegenover anderen (tegenover de zeeman bvb, die zijn materialen zelf volledig heeft aangekocht, en die die aankopen niet kan afschrijven op een occasionele omzet) als de overheid zou zeggen: wij betalen de helft van je materiaalaankopen.

Iedereen die voor zichzelf een eigen bedrijf wil opstarten, zal gaandeweg, aan de hand van zijn groeiende verdiensten, zijn eigen werkmaterialen en machines aankopen, onderhouden en beheren. Bij een grotere omzet zal hij méér investeren, en langzaam kan de onderneming groeien. Bedrijfszekerheid, continuiteit en "going concern" waren nog nooit zo stabiel.

naar paginabegin een onderneming starten
Net als in de opleiding aan een vakschool houtbewerking wordt geleerd: je begint een vak te leren door je eigen materiaal te maken. Je eerste werk is daar een eigen beitel maken. Als je die zelf hebt gemaakt, is die beitel veel waard: je verzorgt je materialen beter. Later maak je méér gereedschappen, bouw je je eigen mogelijkheden uit, je onderneming, je initiatief groeit organisch, langzamerhand, spelenderwijs. Geen enkele boom wordt groot geboren.

Als u een bedrijf wil oprichten, kan niet de overheid daarvoor het kapitaal ter beschikking stellen.
Dat moet u zelf doen. Als gelijke-kansen-regel mag worden uitgegaan van de situatie dat u geen eigen kapitaal heeft om comfortabel op te starten (tenzij je rijk bent geboren), dus zal je alles zelf van de basis af moeten opbouwen. Een aldus opgebouwde zaak zal u veel meer waard zijn dan bvb een kant en klaar overgekochte business, als dat al zou kunnen.

Deze kansen zijn proportioneel voor iedereen gelijk: koop materialen met een kleine inverstering, begin klein, zorg goed voor alle aspecten van uw zaak, en groei langzaam. Als je personeel kan aanwerven, behandel hen als je eigen hand, als een verlengstuk van je eigen zelf: vertrouw hen, voel hen aan, wees alert, werk samen in een team, overspan hen niet. Geef hen een terechte beloning.

Werknemers
Als je een eigen zaak begint, zijn alle onkosten in principe voor jou als ondernemer. Dit is het meest rechtvaardige principe: niemand verplicht je tot investeringen, je bent zelf verantwoordelijk.

Je maakt winst in een economisch vriendelijk milieu, en je betaalt belasting op die winst om dat systeem draaiende te houden.

Van je netto winst betaal je jezelf, investeer je opnieuw in je onderneming, en zet je een deel opzij
(...een oude joodse wijsheid).

Toch heeft de gemeenschap oog voor de werkgelegenheid die jouw ondernemingsgeest biedt aan anderen die niet dezelfde ondernemingsgeest en initiatief bezitten als jij. Zij zal toestaan dat u de lonen en weddes van uw werknemers aftrekt van uw bruto winst. Dit heeft grote consequenties:

1. zonder aftrek loonkosten, ofwel:
2. met aftrek
(zie voorbeeld op pagina loonkosten)
Resultaat: 35 % méér inkomen voor jou...
Reden: door de netto loonkosten aftrekbaar te maken, betaalt de overheid méér dan één derde van je personeel bij. Als ze dat niet zou doen (zoals voor particulieren bvb), zou de overheid 35 procent méér belasting innen. Uw personeel werkt dus voor een groot deel voor de overheid. Je personeel zal dus in de eerste plaats zorgvuldig en verantwoordelijk volgens de wettelijke normen en vereisten moeten handelen.

Particulieren die een tuinman of een gouvernante in dienst hebben mogen deze kosten immers niet aftrekken van hun inkomen-voor-belasting !

Alle andere investeringen in personeel en materialen waarvan wel de onderneming baat heeft, maar niet de klant (de 'end-customer') van die onderneming, zijn niet als investering aftrekbaar.
Elke uitzondering op deze regel zou een discriminatie betekenen - ook al omdat de voorwaarden om onkosten te mogen aftrekken, voorbehouden zijn aan strikte maar vooral dure voorwaarden (je moet een vennootschap oprichten, een BTW-administratie voeren, enz, enz ...) die aan een particulier niet zijn toegestaan, of die voor hem dan teveel kosten zouden meebrengen en onbetaalbaar zijn.

Iedere werkgever die een werknemer te werk stelt, is de eindgebruiker van de diensten die door hem (haar) worden geleverd. Net als iedere particulier.

Het naleven van deze eenvoudige regel vermijdt situaties die kunnen leiden tot discriminaties of tot plundering van grondstoffen, van arbeid, geld en resources...

naar paginabegin

rekenvoorbeelden
in België geldt (2003) volgende regeling:

vb 1: arbeider, 39 jaar, geen personen ten laste, mei 2003:

loon voor gewerkte dagen:
+ loon voor betaalde feestdagen:
+ familiale gebeurtenissen (klein verlet):
+ overloon:
TOTAAL BRUTO LOON:

- bijdrage RSZ (Rijksdienst v. Sociale Zekerheid):
BELASTBAAR LOON:

- voorheffing normale bezoldigingen:
+ sociaal abonnement:
- werknemersbijdrage maaltijdchecques:
NETTOLOON:

+ 1.241,84
+ 146,10
+ 73,05
+ 27,39
1.488,38

- 210,09
1.278,29

- 239,95
+ 26,50
- 19,62
1.045,22
per maand

Patronale bijdrage op bruto loon:
- bijdrage RSZ:
- bijdrage RSZ voor tijdelijke werkloosheid:
- bijdrage RSZ sluitingsfonds ondernemingen:
- bijdrage RSZ bestaanszekerheid:
- werkgeversbijdrage maaltijdchecques:
WERKELIJKE KOST voor de WERKGEVER :


- 617,90
- 1,61
- 2,89
- 47,42
- 80,28
- 750,10

TOTALE LOONKOST voor de WERKGEVER :
(1.488,38 + 26,50 + 750,10) =


- 2.264,98

per maand

... waarvan de werknemer 1.045,22 netto overhoudt, of slechts 46 %

... 54 % (of: méér dan de helft van het bedrag waarvoor gewerkt wordt) gaat naar de overheid

(bron: Gazet van Antwerpen 26/27-07-2003, p. 6)

vb 2: bediende, 52 jaar, geen personen ten laste:

bruto belastbaar loon:
- afhouding personenbelasting:
NETTOLOON:

3.718,00
- 1.686,00
2.032,00
per maand

- verplichte sociale zekerheid:
- bijdrage voor aanvullend pensioen:
TOTALE WERKGEVERSBIJDRAGE:

1.300,00
814,00
2.114,00

TOTAAL aan KOSTEN en LASTEN:
(1.686 + 2.114 ) =

TOTALE LOONKOST voor WERKGEVER:
(3.718 + 2.114) of (2.032 + 3.800) =

3.800,00
per maand

5.832,00
per maand

... waarvan de werknemer 2.032,00 netto per maand overhoudt, of slechts 34,84 %

... 65 % (of: bijna tweederde van het bedrag waarvoor gewerkt wordt) gaat naar overheid en aanvullende bijdragen

(bron: VRT1 TV-Nieuwsbulletin 26-07-2003 18u00)


Indien evenwel de berekening zou gebeuren volgens ProDemo-normen:



1.naar paginabegin bij gelijkblijvend(*) bruto-loon voor de werknemer:

vb 1: arbeider, 39 jaar, geen personen ten laste, mei 2003:

loon voor gewerkte dagen:
+ loon voor betaalde feestdagen:
+ familiale gebeurtenissen (klein verlet):
+ overloon:
+ sociaal abonnement:
(*)TOTAAL BRUTO LOON:

- personenbelasting (15 %) :
NETTOLOON:

- loonkost werkgever (15 % op 1.508):
TOTALE KOST voor de WERKGEVER :

+ 1.241,84
+ 146,10
+ 73,05
+ 27,39
+ 19,62
1.508,00

- 226,20
1.281,80

- 226,20
1.734,20

... waarvan de werknemer 1.281 netto per maand overhoudt, of 73,9 %
... en waarbij de werkgever in totaal slechts 1.734,20 loonkosten heeft in plaats van 2.264,98


vb 2: bediende, 52 jaar, geen personen ten laste:

bruto belastbaar loon(*):
- afhouding personenbelasting:
      15 % op 3.718 = 557,70
      35% op 3.718-2.000 =0,35x1.718 =601,30
         TOTAAL PERSONENBELASTING =
NETTOLOON:

3.718,00



- 1.159,00
2.559,00
per maand

- bijdrage voor aanvullend pensioen:
- bijdrage werkgever:
      15 % op 3.718 = 557,70

      15 % op 814 = 122,10
      TOTAAL LOONKOST =
LOONKOSTEN WERKGEVER :


TOTALE KOST voor de WERKGEVER:

3.718 + 1.494,40 =

814,00



680,40
1.494,40


5.212,40
per maand

... waarvan de werknemer 2.559 netto per maand overhoudt, of 59,85 % (op 4.275,70 = 3.718 + 557,70 exclusief aanvullende pensioenbijdrage)
... en waarbij de werkgever in totaal slechts 5.212,40 loonkosten heeft in plaats van 5.832,00



2.naar paginabegin ingeval de totale loonkost voor de werkgever hetzelfde zou blijven, waardoor de voordelen uitsluitend aan de werknemer zouden ten goede komen:

vb 1: arbeider, 39 jaar, geen personen ten laste, mei 2003:

loon voor gewerkte dagen:
+ loon voor betaalde feestdagen:
+ familiale gebeurtenissen (klein verlet):
+ overloon:
+ sociaal abonnement:
TOTAAL BRUTO LOON:

- personenbelasting (15 %) :
NETTOLOON:

- bijdrage werkgever (15 % op 1.969,54):
TOTALE KOST voor de WERKGEVER:

...
...
...
...
...
1.969,54

- 295,42
1.674,11

295,42
2.264,98

... waarvan de werknemer 1.969,54 netto per maand (of 86,96 % (!!!) van 2.264,98) overhoudt, in plaats van 1.045,22 netto: bijna het dubbele ...
... en waarbij de werkgever in totaal dezelfde loonkosten 2.264,98 zou hebben



3.naar paginabegin indien de voordelen van de ProDemo-regeling slechts voor ongeveer de helft aan de werknemer zouden ten goede komen (en de andere helft aan de werkgever), dus indien de werknemer niet minimaal 1.281 netto zou verdienen (voorbeeld 1) en ook niet zoveel als 1.674,11 (voorbeeld 2), maar een bedrag daar net tussenin (1.477,55):

vb 1: arbeider, 39 jaar, geen personen ten laste, mei 2003:

loon voor gewerkte dagen:
+ loon voor betaalde feestdagen:
+ familiale gebeurtenissen (klein verlet):
+ overloon:
+ sociaal abonnement:
TOTAAL BRUTO LOON:

- personenbelasting (15 %) :
NETTOLOON:

- bijdrage werkgever (15 % op 1.699,18):
TOTALE KOST voor de WERKGEVER:






1.699,18

- 221,63
1.477,55

221,63
1.920,81

... waarvan de werknemer 1.699,18 netto per maand (of 88,46 % (van 1.920,81) overhoudt
... en waarbij de werkgever in totaal slechts 1.920,81 loonkosten zou hebben, in plaats van 2.264,98




vb 2: bediende, 52 jaar, geen personen ten laste:

... in dit geval (hier niet verder in detail uitgerekend) zouden de verschillen tussen de absolute bedragen in beide gevallen nog groter zijn


NB: voor overheidspersoneel legt de overheid (als werkgever) géén reserve aan voor betaling van RSZ (RSZ wordt gewoon niet betaald), maar dat personeel geniet wel dezelfde sociale voordelen (te betalen door de belastingbetaler...) Dat kan niet: volgens ProDemo moeten voor alle werkende mensen gelijkaardige reserves worden aangelegd, ongeacht het statuut van henzelf of van hun werkgever: wie wil participeren in de voordelen, moet er ook toe bijdragen...

naar paginabegin zie ook
loonkost de inleidende pagina (1)
kapitalisme? en zelfstandige worden
directe democratie   
naar paginabegin mail het adres van deze pagina aan je collega
typ zijn / haar e-mail-adres in:

Proportionele Democratie :
niemand wordt vergeten

vorige pagina print-vriendelijke versie www.prodemo.be/loonkost2.htm lees verder volgende pagina
030404 030829 040127 © 2003 JFCIPeeters